ECLI:NL:RVS:2024:207
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag staatssecretaris Justitie en Veiligheid
Op 23 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 15 juni 2023 een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 14 december 2023 het beroep gegrond verklaarde en de staatssecretaris opdroeg een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris ging in hoger beroep tegen deze uitspraak en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoefde uit te voeren totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen.
De voorzieningenrechter overwoog dat de staatssecretaris binnen zes maanden na de uitspraak van de rechtbank een nieuw besluit moet nemen. Aangezien er een uitspraak op het hoger beroep werd verwacht voor het verstrijken van deze termijn en er geen andere spoedeisende omstandigheden waren gesteld, was er op dat moment geen spoedeisend belang dat het treffen van de verzochte voorziening rechtvaardigde. Daarom werd het verzoek afgewezen. De staatssecretaris werd tevens veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 875,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatig verleende rechtsbijstand.