ECLI:NL:RVS:2024:2433
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenbewaring na ongegrondverklaring beroep
Op 26 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een besluit genomen om de vreemdeling in bewaring te stellen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 17 mei 2024 het beroep ongegrond heeft verklaard en het verzoek om schadevergoeding heeft afgewezen. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 13 juni 2024 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening. De vreemdeling heeft verzocht om de maatregel van bewaring op te heffen. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het op dat moment niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep zal worden vernietigd. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten de maatregel van bewaring niet op te heffen.
Het verzoek van de vreemdeling is afgewezen en de staatssecretaris is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M. den Heyer, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Schipper, griffier, en is openbaar uitgesproken op 13 juni 2024.