ECLI:NL:RVS:2024:2531
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening van vreemdeling tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 19 juni 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 7 mei 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling werd genomen. De rechtbank had op 10 juni 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Szirmai, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling heeft niet aannemelijk gemaakt dat zijn overdracht aan Zwitserland zou leiden tot een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang van zijn medische situatie. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de staatssecretaris de asielaanvraag niet in behandeling hoeft te nemen en dat de vreemdeling kan worden overgedragen aan Zwitserland. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moesten worden.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De beslissing werd genomen door mr. E. Steendijk, in tegenwoordigheid van griffier mr. R.H.L. Dallinga, en werd openbaar uitgesproken op 19 juni 2024.