ECLI:NL:RVS:2024:2630
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen terugkeerbesluit en inbewaringstelling van vreemdeling
Op 27 juni 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had beroep ingesteld tegen een aanvullend terugkeerbesluit en de inbewaringstelling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank had op 16 mei 2024 geoordeeld dat zij zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van het beroep tegen het aanvullend terugkeerbesluit en het beroep tegen de inbewaringstelling ongegrond verklaard. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F. Boone, heeft hoger beroep ingesteld.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de eerdere uitspraak. De rechtbank had op goede gronden geoordeeld en de Afdeling nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De Afdeling zag ook geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.