ECLI:NL:RVS:2024:2763
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en opvang van vreemdeling
Op 4 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. Deze aanvraag was op 13 september 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 24 januari 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de vreemdeling in zijn verzoek ontvangen en heeft besloten dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter bepaald dat de minister van Asiel en Migratie de proceskosten van de vreemdeling moet vergoeden, die zijn ontstaan in verband met de behandeling van het verzoek. De totale kosten zijn vastgesteld op € 875,00, welke geheel zijn toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak benadrukt het belang van rechtsbescherming voor vreemdelingen in asielprocedures en de noodzaak om hen te beschermen tegen uitzetting tijdens het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft zijn beslissing gemotiveerd door te verwijzen naar eerdere uitspraken en de relevante wetgeving, waaronder artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht.