ECLI:NL:RVS:2024:3041
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- J.Th. Drop
- J.H. van Breda
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel
Op 15 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 8 november 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.C. van den Berg, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 15 april 2024 is de staatssecretaris vertegenwoordigd door mr. R.A. Visser, terwijl de vreemdeling niet is verschenen.
De minister heeft aan de Afdeling laten weten dat de vreemdeling op 4 maart 2024 een vertrekverklaring heeft ondertekend, waarmee hij instemt met de beëindiging van openstaande procedures voor het verkrijgen van een verblijfstitel. De gemachtigde van de vreemdeling heeft bevestigd dat de vreemdeling inmiddels is teruggekeerd naar Marokko. De Afdeling concludeert hieruit dat de vreemdeling geen bescherming meer zoekt en daarom geen belang heeft bij een beoordeling van het hoger beroep.
Als gevolg hiervan heeft de Afdeling het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en beslist dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met mr. H.G. Sevenster als voorzitter en mr. J.Th. Drop en mr. J.H. van Breda als leden, in tegenwoordigheid van mr. P.A.M.J. Graat als griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 25 juli 2024.