ECLI:NL:RVS:2024:4034

Raad van State

Datum uitspraak
7 oktober 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
202405787/2/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak tegen de minister van Asiel en Migratie

Op 7 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de minister van Asiel en Migratie een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 16 augustus 2024 het beroep van drie vreemdelingen tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid gegrond had verklaard. De staatssecretaris had op 18 augustus 2020 de aanvragen van de vreemdelingen voor een machtiging tot voorlopig verblijf afgewezen. Na het ongegrond verklaren van het bezwaar door de staatssecretaris op 14 maart 2024, hebben de vreemdelingen beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het besluit van de staatssecretaris vernietigd en bepaald dat de minister de gevraagde machtigingen tot verblijf aan de vreemdelingen moet verlenen. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet hoeft te voldoen aan de uitspraak van de rechtbank totdat het hoger beroep is behandeld.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het hoger beroep nader onderzoek vereist en dat de procedure zich daar niet goed voor leent. Gezien de belangen van zowel de minister als de vreemdelingen, heeft de voorzieningenrechter besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de minister van Asiel en Migratie geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.

Uitspraak

202405787/2/V2.
Datum uitspraak: 7 oktober 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
de minister van Asiel en Migratie,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 16 augustus 2024 in zaak nr. NL24.8062 in het geding tussen:
[vreemdeling 1], [vreemdeling 2] en [vreemdeling 3],
en
de minister.
Procesverloop
Bij besluit van 18 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.
Bij besluit van 14 maart 2024 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdelingen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 16 augustus 2024 heeft de rechtbank het door de vreemdelingen ingestelde beroep tegen het besluit van 14 maart 2024 gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, het besluit van 18 augustus 2020 herroepen, bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit en de minister opgedragen de gevraagde mvv’s aan de vreemdelingen te verlenen.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De vreemdelingen hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Overwegingen
1.       De minister verzoekt de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening te treffen dat hij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep heeft beslist.
2.       Het hoger beroep vergt nader onderzoek, waarvoor deze procedure zich niet goed leent. Gelet hierop en op de belangen die de minister en de vreemdelingen naar voren hebben gebracht, ziet de voorzieningenrechter aanleiding een voorlopige voorziening te treffen.
3.       De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de minister van Asiel en Migratie geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van L.W. Lagaaij LLM, griffier.
w.g. Sevenster
voorzieningenrechter
w.g. Lagaaij
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 7 oktober 2024
979