ECLI:NL:RVS:2024:4034
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak tegen de minister van Asiel en Migratie
Op 7 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin de minister van Asiel en Migratie een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 16 augustus 2024 het beroep van drie vreemdelingen tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid gegrond had verklaard. De staatssecretaris had op 18 augustus 2020 de aanvragen van de vreemdelingen voor een machtiging tot voorlopig verblijf afgewezen. Na het ongegrond verklaren van het bezwaar door de staatssecretaris op 14 maart 2024, hebben de vreemdelingen beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het besluit van de staatssecretaris vernietigd en bepaald dat de minister de gevraagde machtigingen tot verblijf aan de vreemdelingen moet verlenen. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet hoeft te voldoen aan de uitspraak van de rechtbank totdat het hoger beroep is behandeld.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het hoger beroep nader onderzoek vereist en dat de procedure zich daar niet goed voor leent. Gezien de belangen van zowel de minister als de vreemdelingen, heeft de voorzieningenrechter besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de minister van Asiel en Migratie geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.