ECLI:NL:RVS:2024:4219
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 17 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening door een vreemdeling. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke was afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Deze afwijzing was het resultaat van besluiten genomen op 11 juni 2024 en 1 juli 2024. De vreemdeling had tegen deze besluiten beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 19 september 2024 het beroep niet-ontvankelijk verklaarde voor het besluit van 11 juni en ongegrond voor het besluit van 1 juli. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, na beoordeling van de ingediende stukken, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een uitspraak is gedaan in het hoger beroep. Daarnaast is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot € 875,00, te wijten aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzieningenrechter M. den Heyer en griffier L.C. Lodeweges.