ECLI:NL:RVS:2024:4528

Raad van State

Datum uitspraak
7 november 2024
Publicatiedatum
7 november 2024
Zaaknummer
202406516/2/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie

Op 7 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling beroep had ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De vreemdeling had eerder bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, beroep ingesteld, dat op 27 september 2024 gegrond werd verklaard. De rechtbank had de minister van Asiel en Migratie opgedragen om binnen zestien weken een besluit te nemen op de asielaanvraag en had bepaald dat de minister een dwangsom van € 100,00 per dag verbeurt voor elke dag dat hij deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,00.

Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de minister als de vreemdeling in overweging genomen, evenals de huidige problemen in de beslispraktijk. De voorzieningenrechter heeft besloten om de uitspraak van de rechtbank te schorsen, waardoor de minister niet verplicht is om de proceskosten te vergoeden. De beslissing is genomen in het openbaar en is vastgesteld door de voorzieningenrechter, mr. J.J.W.P. van Gastel, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. H.J. Jongeneel.

Uitspraak

202406516/2/V1.
Datum uitspraak: 7 november 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
de minister van Asiel en Migratie,
verzoeker,
Tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 27 september 2024 in zaak nr. NL24.30440 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de minister.
Procesverloop
De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.
Bij uitspraak van 27 september 2024 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard, de minister opgedragen om binnen zestien weken een besluit op de asielaanvraag te nemen en bepaald dat de minister aan de vreemdeling een dwangsom verbeurt van € 100,00 voor elke dag waarmee hij die termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,00.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De vreemdeling heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Overwegingen
1.       De minister verzoekt de voorzieningenrechter om hangende het hoger beroep de voorlopige voorziening te treffen dat de uitspraak van de rechtbank wordt geschorst.
2.       Gelet op de belangen die de minister en de vreemdeling naar voren hebben gebracht en gelet op de huidige problemen in de beslispraktijk (vgl. de uitspraak van de Afdeling van 10 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2829, onder 23) treft de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening.
3.       Het verzoek wordt toegewezen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
schorst bij wijze van voorlopige voorziening de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 27 september 2024 in zaak nr. NL24.30440.
Aldus vastgesteld door mr. J.J.W.P. van Gastel, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Jongeneel, griffier.
w.g. Van Gastel
voorzieningenrechter
w.g. Jongeneel
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 7 november 2024
958