ECLI:NL:RVS:2024:4558
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing wijziging verblijfsvergunning
Op 12 november 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor wijziging van de beperking van haar aan haar verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd op 3 oktober 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De vreemdeling maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar dit bezwaar werd op 1 juli 2024 ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de rechtbank op 3 oktober 2024 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ook ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.R. Bissessur, hoger beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft echter vastgesteld dat het hoger beroep niet gericht is tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet heeft uitgelegd waarom deze uitspraak volgens haar onjuist is. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. Q. Boon, griffier.