ECLI:NL:RVS:2024:4828
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring
Op 25 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag op 22 juli 2024 niet in behandeling genomen. De rechtbank had op 6 september 2024 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.H. Bokhorst, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
In de overwegingen van de voorzieningenrechter werd vastgesteld dat de vreemdeling Nederland uit eigen beweging had verlaten, wat door de minister was bevestigd in een brief van 1 oktober 2024. De gemachtigde van de vreemdeling had geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op deze informatie. Hierdoor concludeerde de Afdeling dat de vreemdeling geen belang meer had bij een beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij niet langer bescherming in Nederland zocht.
De voorzieningenrechter verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. De minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is geregistreerd onder ECLI:NL:RVS:2024:4828.