ECLI:NL:RVS:2024:4935
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de overplaatsing van een vreemdeling naar de Handhavings- en Toezichtlocatie
Op 2 december 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was op 5 oktober 2023 door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie in Hoogeveen. De rechtbank had op 7 mei 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. L.J. Meijering, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De reden hiervoor was dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Bovendien werd opgemerkt dat de rechtsvraag over de overplaatsing naar de Handhavings- en Toezichtlocatie eerder door de Afdeling was beantwoord in een uitspraak van 11 september 2024. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het COa geen proceskosten hoefde te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door mr. J.C.A. de Poorter, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 2 december 2024.