ECLI:NL:RVS:2024:5289
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 22 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. U.H. Hansma, hoger beroep hebben ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 12 januari 2024 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard, nadat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 6 november 2023 had besloten hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. De vreemdelingen verzochten de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar het hoger beroep leidde niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep geen nieuwe rechtsvragen bevatte die relevant waren voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.