ECLI:NL:RVS:2024:5372
Raad van State
- Hoger beroep
- J.M. Willems
- T. van Goeverden-Clarenbeek
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing aanvragen rechtsbijstand in asielprocedure
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 21 juli 2023, waarin het beroep van [appellant] tegen de afwijzing van zijn aanvragen om rechtsbijstand door de raad voor rechtsbijstand ongegrond werd verklaard. De aanvragen, ingediend op 22 februari 2022, betroffen rechtsbijstand voor het indienen van beroep en een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van de asielaanvraag van [appellant]. De raad voor rechtsbijstand heeft de aanvragen afgewezen omdat [appellant] met onbekende bestemming was vertrokken, wat volgens de wet onvoldoende reden voor rechtsbijstand opleverde.
De rechtbank heeft in haar uitspraak van 21 juli 2023 de afwijzing van de raad bevestigd en het bezwaar van [appellant] ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft [appellant] de gronden herhaald die hij eerder in beroep heeft aangevoerd, maar geen nieuwe argumenten aangedragen die de eerdere beoordeling zouden kunnen weerleggen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 3 december 2024 behandeld en is tot de conclusie gekomen dat de rechtbank de afwijzing terecht heeft gehandhaafd.
De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de raad voor rechtsbijstand geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 24 december 2024.