ECLI:NL:RVS:2024:54
Raad van State
- Hoger beroep
- C.M. Wissels
- N. Verheij
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing heroverweging verblijfsvergunning asiel
Op 11 januari 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn verzoek om heroverweging van een eerder besluit. Het oorspronkelijke besluit, genomen op 25 april 2019, had de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd van de vreemdeling ingetrokken. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 26 oktober 2022 het verzoek van de vreemdeling om heroverweging afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. G.J. van der Graaf, heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 27 maart 2023 het beroep ongegrond verklaarde.
De Raad van State heeft in zijn uitspraak de motivering van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht geoordeeld en de Afdeling oordeelt dat er geen vragen zijn die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 11 januari 2024, waarbij de betrokken rechters, onder leiding van voorzitter mr. C.M. Wissels, de beslissing hebben vastgesteld. De griffier, mr. J.W. Prins, was ook aanwezig bij de uitspraak.