ECLI:NL:RVS:2024:55
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 11 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een groep vreemdelingen die eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd hadden ingediend, welke op 16 september 2019 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De vreemdelingen hadden bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar dit bezwaar werd op 14 december 2020 ongegrond verklaard. Vervolgens hebben zij beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 2 maart 2023 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat uit het verzoek niet blijkt van een spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening. Dit leidde tot de beslissing om het verzoek af te wijzen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werd niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Steendijk, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.