ECLI:NL:RVS:2024:580
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot beëindiging tijdelijke bescherming vreemdeling op grond van Richtlijn Tijdelijke Bescherming
Op 12 februari 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het besluit, genomen op 17 augustus 2023, hield in dat het recht op bescherming van de vreemdeling, dat was verleend op basis van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, op 4 september 2023 zou eindigen. De vreemdeling had hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 23 november 2023 het beroep ongegrond verklaarde.
De Afdeling heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de tijdelijke bescherming van derdelanders die rechtmatig verblijf hadden in Oekraïne en zich voor 19 juli 2022 in Nederland hebben ingeschreven, niet door de staatssecretaris kon worden beëindigd. Dit oordeel is gebaseerd op een eerdere uitspraak van de Afdeling van 17 januari 2024, waarin werd geconcludeerd dat de tijdelijke bescherming van rechtswege eindigt op 4 maart 2024. De staatssecretaris is verantwoordelijk voor het informeren van de vreemdeling over de beëindiging van de bescherming.
De Raad van State heeft het hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het besluit van 17 augustus 2023 vernietigd. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in totaal € 2.625,00 bedragen, toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.