ECLI:NL:RVS:2024:705
Raad van State
- Hoger beroep
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de maatregel van bewaring van een vreemdeling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 21 februari 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling was op 6 december 2023 in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank had op 22 december 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.C. van den Berg, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Afdeling heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had zich eerder al uitgesproken over de (verlengde) ophouding van de vreemdeling, waartegen geen hoger beroep mogelijk is. De Afdeling verklaarde zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen voor zover dit gericht was tegen de uitspraak van de rechtbank over de (verlengde) ophouding.
De Afdeling heeft verder geoordeeld dat het hoger beroep geen nieuwe vragen bevat die relevant zijn voor de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming. De eerder door de Afdeling beantwoorde rechtsvragen zijn in deze zaak niet anders te beoordelen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 21 februari 2024.