ECLI:NL:RVS:2025:1189
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende overdracht
Op 18 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek volgde op een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 7 februari 2025 werd genomen, waarin werd medegedeeld dat de termijn voor overdracht van de vreemdeling aan de Duitse autoriteiten met achttien maanden werd verlengd. De rechtbank Den Haag had op 17 maart 2025 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter overwoog dat de vreemdeling op 17 maart 2025 hoger beroep had ingesteld en dat de termijn voor hoger beroep nog niet was verstreken. Daarom werd er bij wijze van ordemaatregel een voorlopige voorziening getroffen, die inhield dat de voorgenomen overdracht van de vreemdeling op 19 maart 2025 om 11.00 uur achterwege blijft. Tevens werd de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in verband met de behandeling van het verzoek tot een bedrag van € 907,00 zijn ontstaan, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 18 maart 2025, waarbij mr. M. den Heyer als voorzieningenrechter en mr. K. Veen als griffier aanwezig waren.