ECLI:NL:RVS:2025:1661
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.P. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 15 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De minister van Asiel en Migratie had op 22 januari 2025 de aanvraag van de appellant afgewezen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, verklaarde op 25 maart 2025 het beroep van de appellant ongegrond. Hierop heeft de appellant, vertegenwoordigd door mr. J.J. de Vries, hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de rechtbank terecht tot haar oordeel was gekomen en dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en onderstreept de noodzaak van zorgvuldige afwegingen in asielzaken, waarbij de rechtsbescherming van de appellant in het geding is. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 15 april 2025.