ECLI:NL:RVS:2025:2388
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 28 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van betrokkene om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die eerder op 9 februari 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was ingewilligd. De rechtbank Den Haag had op 2 april 2025 het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, met de opdracht aan de minister om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen waarin de geboortedatum van betrokkene correct wordt vermeld.
Tegen deze uitspraak heeft de minister van Asiel en Migratie hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de minister als betrokkene afgewogen en besloten dat de minister geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.