Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , V-nummer: [v-nummer] , eiser
voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,verweerder
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 2 april 2025, wordt het beroep van een Afghaanse vreemdeling beoordeeld die stelt minderjarig te zijn en een asielaanvraag heeft ingediend. De vreemdeling, eiser, heeft op 30 januari 2021 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, waarbij hij een geboortedatum in 2005 heeft opgegeven. De minister van Asiel en Migratie, verweerder, heeft echter de asielaanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling, en daarbij de vreemdeling als meerderjarig heeft aangemerkt op basis van eerdere verklaringen in Italië. De rechtbank oordeelt dat verweerder geen leeftijdsschouw heeft uitgevoerd en dat de vreemdeling plausibel heeft verklaard waarom hij in Italië een andere geboortedatum heeft opgegeven. De rechtbank vernietigt het besluit van verweerder en stelt de geboortedatum van eiser vast op [geboortedag] 2005. De rechtbank oordeelt dat verweerder binnen zes weken een nieuw besluit moet nemen en veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.814,-.