ECLI:NL:RVS:2025:271
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen maatregel van bewaring door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 27 januari 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 14 februari 2024, hield in dat de vreemdeling in bewaring werd gesteld. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, had op 6 december 2024 het beroep van de vreemdeling tegen het voortduren van de maatregel van bewaring ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. D. Matadien, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State overweegt dat de uitspraak van de rechtbank betrekking heeft op het voortduren van de maatregel van bewaring, waartegen geen hoger beroep kan worden ingesteld volgens artikel 84 van de Vreemdelingenwet 2000. De vreemdeling heeft in hoger beroep argumenten aangevoerd, maar deze zijn niet voldoende om het hoger beroep in behandeling te nemen. De Afdeling bestuursrechtspraak verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen, en de minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 27 januari 2025.