ECLI:NL:RVS:2025:2745
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door minister van Asiel en Migratie
Op 19 juni 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een appellant tegen de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft de aanvraag van de appellant voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister op 24 maart 2025 niet in behandeling is genomen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, had op 18 april 2025 het beroep van de appellant ongegrond verklaard. De appellant, vertegenwoordigd door mr. M.J.A. Rinkes, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar uitspraak de motivering van de rechtbank overgenomen en geconcludeerd dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft op goede gronden geoordeeld en het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 19 juni 2025.