ECLI:NL:RVS:2025:2908
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring verblijfsvergunning asiel
In deze zaak heeft de minister van Asiel en Migratie op 20 januari 2025 een aanvraag van de appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft op 4 juni 2025 het beroep van de appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard. De appellant, vertegenwoordigd door mr. D.S. Harhangi-Asarfi, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 27 juni 2025 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat deze op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.