ECLI:NL:RVS:2025:3152
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het bestuursrecht inzake verblijfsvergunning regulier
Op 14 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van betrokkene om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, die door de minister van Asiel en Migratie op 8 oktober 2024 was afgewezen. Betrokkene heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar de minister verklaarde dit bezwaar op 24 januari 2025 ongegrond. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 28 mei 2025 het beroep gegrond verklaarde en de minister opdroeg om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de belangen van beide partijen, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 14 juli 2025.