ECLI:NL:RVS:2025:3160
Raad van State
- Hoger beroep
- M.J.M. Ristra-Peeters
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door de minister van Asiel en Migratie
Op 14 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd aan betrokkene. Betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam. Op 13 mei 2025 heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, de vrijheidsontnemende maatregel opgeheven en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
In de uitspraak van 14 juli 2025 bevestigt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de uitspraak van de rechtbank. Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. De Afdeling ziet ook geen reden om de grensdetentie vanaf een eerdere datum dan 13 mei 2025 onrechtmatig te achten.
De minister van Asiel en Migratie wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die betrokkene heeft gemaakt in verband met de behandeling van het hoger beroep, tot een bedrag van € 907,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Ristra-Peeters, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.R. Kraak, griffier.