ECLI:NL:RVS:2025:3340

Raad van State

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
21 juli 2025
Zaaknummer
BRS.25.000443
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door de minister van Asiel en Migratie

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 18 april 2025 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van de betrokkene had goedgekeurd. De minister had deze aanvraag eerder op 25 februari 2025 afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de minister niet deugdelijk had gemotiveerd waarom de aanvraag was afgewezen en vernietigde het besluit, waarbij de minister werd opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak.

De minister ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 23 juli 2025 geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling bevestigde dat de minister in zijn beoordeling van de situatie in Jemen, waar de betrokkene vandaan komt, niet alle relevante omstandigheden in aanmerking had genomen. Dit betreft met name de slechte humanitaire situatie en het actuele geweldsniveau in Jemen, die van belang zijn voor de beoordeling van de aanvraag op basis van artikel 15 van de Kwalificatierichtlijn.

De enige grief van de minister werd verworpen en het hoger beroep werd ongegrond verklaard. De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.

Uitspraak

BRS.25.000443
Datum uitspraak: 23 juli 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
de minister van Asiel en Migratie,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 18 april 2025 in zaak nr. NL25.9952 in het geding tussen:
[betrokkene]
en
de minister.
Procesverloop
Bij besluit van 25 februari 2025 heeft de minister een aanvraag van betrokkene om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 18 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.        Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Bij uitspraak van 16 juli 2025, ECLI:NL:RVS:2025:3153, heeft de Afdeling geoordeeld dat de minister de beoordeling in het beleid in paragraaf C7/19.4.2 van de Vc 2000 of in Jemen sprake is van de meest uitzonderlijke situatie die valt onder artikel 15, aanhef en onder c, van de Kwalificatierichtlijn, niet deugdelijk heeft gemotiveerd. Bij deze beoordeling zijn namelijk niet alle relevante omstandigheden globaal in aanmerking genomen. Gelet op deze uitspraak van de Afdeling, onder 4.2, 6 en 6.1, heeft de rechtbank dus terecht overwogen dat de minister niet deugdelijk heeft gemotiveerd hoe zij de slechte humanitaire situatie in Jemen in combinatie met de andere door betrokkene overgelegde informatie over het actuele geweldsniveau en andere relevante omstandigheden weegt in de beoordeling in het kader van artikel 15, aanhef en onder c, van de Kwalificatierichtlijn.
1.1         De enige grief slaagt niet.
2.        Het hoger beroep is ongegrond. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Wissels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T. Toonen, griffier.
w.g. Wissels
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Toonen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 juli 2025
979