ECLI:NL:RVS:2025:3349
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door de minister van Asiel en Migratie
Op 20 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van de betrokkene om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, heeft op 3 juli 2025 het beroep van de betrokkene gegrond verklaard, het besluit van de minister vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van de uitspraak. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
In de uitspraak van 24 juli 2025 bevestigt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling oordeelt dat de minister niet deugdelijk heeft gemotiveerd hoe de slechte humanitaire situatie in Jemen en andere relevante omstandigheden zijn gewogen in de beoordeling van de aanvraag. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de minister niet voldoende heeft onderbouwd waarom de aanvraag is afgewezen.
De Afdeling verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De minister wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de betrokkene, die in verband met de behandeling van het hoger beroep zijn gemaakt. De proceskosten worden vastgesteld op € 907,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.