ECLI:NL:RVS:2025:343

Raad van State

Datum uitspraak
5 februari 2025
Publicatiedatum
29 januari 2025
Zaaknummer
202402348/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Oost-westas (HOV) en verkeersveiligheid in Huizen

Op 5 februari 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "Oost-westas (HOV)" van de gemeente Huizen. Dit bestemmingsplan, vastgesteld op 15 februari 2024, maakt de herinrichting van de Aristoteleslaan, Bovenmaatweg en Huizermaatweg mogelijk voor een Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) busverbinding van 't Gooi naar Amsterdam, Schiphol en Almere. De herinrichting houdt in dat de rotondes op de Huizermaatweg bij de kruisingen met De Haar en Fauna worden vervangen door verkeerspleinen, wat volgens de gemeente de snelheid van de bussen ten goede zal komen.

Een appellant, wonend in Huizen, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat hij vreest dat de vervanging van de rotondes door verkeerspleinen zal leiden tot een onaanvaardbare verslechtering van de verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers. De appellant woont op een afstand van respectievelijk 180 meter en 310 meter van de betrokken kruisingen. Tijdens de zitting op 23 januari 2025 heeft de appellant via videoverbinding deelgenomen, terwijl de raad van de gemeente Huizen werd vertegenwoordigd door mr. T.M.H. van Zundert en M. Vriezekolk.

De Afdeling heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de appellant geen zienswijze heeft ingediend over het ontwerpplan, wat hem redelijkerwijs kan worden verweten. De vraag of hij als belanghebbende kan worden aangemerkt, is cruciaal voor de ontvankelijkheid van zijn beroep. De Afdeling concludeert dat de appellant geen voldoende objectief en persoonlijk belang heeft bij de plandelen, aangezien zijn belang niet wezenlijk verschilt van dat van andere verkeersdeelnemers. Daarom is het beroep niet-ontvankelijk verklaard, en zal de Afdeling het beroep niet inhoudelijk behandelen. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202402348/1/R1.
Datum uitspraak: 5 februari 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend in Huizen,
appellant,
en
de raad van de gemeente Huizen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 15 februari 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Oost-westas (HOV)" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak op zitting behandeld op 23 januari 2025, waar [appellant] via een videoverbinding heeft deelgenomen, en de raad, vertegenwoordigd door mr. T.M.H. van Zundert en M. Vriezekolk, is verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1.       Het plan maakt de herinrichting van de Aristoteleslaan, Bovenmaatweg en Huizermaatweg in Huizen mogelijk. Deze wegen worden heringericht voor een zogeheten HOV-busverbinding van 't Gooi richting Amsterdam, Schiphol en Almere. HOV staat daarbij voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer. Bij de herinrichting zullen de rotondes op de Huizermaatweg op de kruisingen met De Haar en Fauna worden vervangen door zogeheten verkeerspleinen, zodat de bussen sneller kunnen rijden.
[appellant] is het niet eens met de plandelen voor deze kruisingen, omdat hij vreest dat de vervanging van de rotondes door verkeerspleinen zal leiden tot een onaanvaardbare verslechtering van de verkeersveiligheid van fietsers en voetgangers. [appellant] woont aan [locatie] op een afstand van tenminste ongeveer 180 m van de kruising Huizermaatweg-De Haar en op een afstand van tenminste ongeveer 310 m van de kruising Huizermaatweg-Fauna.
Ontvankelijkheid beroep
2.       Op grond van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Ingevolge artikel 6:13 van de Awb, voor zover hier van belang, kan geen beroep worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen naar voren heeft gebracht.
3.       In de uitspraken van 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:786, en 4 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:953, is de Afdeling ingegaan op de gevolgen van het arrest van het Hof van Justitie van 14 januari 2021, Stichting Varkens in Nood, ECLI:EU:C:2021:7, over de toepassing van artikel 6:13 van de Awb. Uit de uitspraak van 4 mei 2021 volgt dat in zaken waarin de wetgever een ieder de mogelijkheid heeft gegeven om zienswijzen naar voren te brengen, allen die zienswijzen naar voren hebben gebracht over het ontwerpbesluit, toegang hebben tot de rechter, ook al zijn zij geen belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Indien geen gebruik is gemaakt van de gelegenheid om zienswijzen in te dienen, en het niet indienen daarvan niet verschoonbaar is, bestaat alleen recht op toegang tot de rechter indien betrokkene belanghebbende is als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid.
4.       [appellant] heeft geen zienswijze naar voren gebracht over het ontwerpplan. Niet in geschil is dat hem dit redelijkerwijs kan worden verweten. Of zijn beroep ontvankelijk is, is daarom afhankelijk van het antwoord op de vraag of hij belanghebbende is. Alleen wie een voldoende objectief en actueel, eigen en persoonlijk belang heeft dat rechtstreeks betrokken is bij het bestreden besluit, is belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Een belang dat zich onvoldoende onderscheidt van de belangen van willekeurige anderen, is geen persoonlijk belang.
5.       De Afdeling is van oordeel dat [appellant] geen belanghebbende is bij de plandelen voor de kruisingen Huizermaatweg-De Haar en Huizermaatweg-Fauna. [appellant] woont op relatief grote afstand van deze kruisingen en hij heeft er geen zicht op. Volgens hem is zijn belang ondanks deze omstandigheden toch rechtstreeks betrokken bij het plan omdat hij geregeld de Huizermaatweg oversteekt via de kruising Huizermaatweg-De Haar. Op de zitting heeft [appellant] toegelicht dat hij via die kruising regelmatig naar de bibliotheek gaat, die ten zuiden van de Huizermaatweg ligt. Dit belang van [appellant] onderscheidt zich echter onvoldoende van de belangen van andere verkeersdeelnemers die gebruik maken van deze kruising en is dus geen persoonlijk belang. Hij is namelijk niet afhankelijk van deze kruising om van en naar zijn woning te gaan. Hij kan daarvoor ook gebruik maken van andere routes. Ook om de bibliotheek te bereiken is hij niet afhankelijk van die kruising. Hij kan ook gebruik maken van een route via de weg Zuiderzee, zoals de raad op de zitting heeft toegelicht.
6.       De conclusie is dat het beroep niet-ontvankelijk is. Dat betekent dat de Afdeling het beroep niet inhoudelijk zal behandelen.
Proceskosten
7.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Breda, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.
w.g. Van Breda
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Driel Kluit
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 5 februari 2025
703