ECLI:NL:RVS:2025:4016
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende machtiging tot voorlopig verblijf
Op 22 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak over een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 18 juli 2025 een eerder besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) te verlenen, had vernietigd. De staatssecretaris had op 25 april 2023 de aanvraag van de betrokkene om een mvv afgewezen, waarna het bezwaar van de betrokkene ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de betrokkene binnen vier weken na de uitspraak een mvv moest verlenen. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de uitspraak van de rechtbank niet uitgevoerd hoeft te worden totdat de Afdeling op het hoger beroep beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het hoger beroep nader onderzoek vergt en heeft daarom de voorlopige voorziening getroffen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.