ECLI:NL:RVS:2025:4029

Raad van State

Datum uitspraak
21 augustus 2025
Publicatiedatum
21 augustus 2025
Zaaknummer
202501976/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 21 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. Appellant heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam. De rechtbank heeft op 28 maart 2025 het beroep ongegrond verklaard. Appellant, vertegenwoordigd door mr. G.J. van der Graaf, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

In het hoger beroep heeft de Afdeling de rechtsvraag over het interstatelijk vertrouwensbeginsel voor België behandeld, waarbij zij verwees naar een eerdere uitspraak van 23 juli 2025. De Afdeling heeft geoordeeld dat de grief van appellant slaagt, wat betekent dat het hoger beroep gegrond is. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd, evenals het besluit van de staatssecretaris van 21 april 2023. De minister van Asiel en Migratie is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant, die in totaal € 2.721,00 bedragen, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.

De uitspraak is gedaan door mr. M. Soffers, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. N.A. de Jong, griffier. De uitspraak is openbaar gedaan op 21 augustus 2025.

Uitspraak

202501976/1/V3.
Datum uitspraak: 21 augustus 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[appellant],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 28 maart 2025 in zaak nr. NL23.12269 in het geding tussen:
appellant
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 21 april 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 28 maart 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. G.J. van der Graaf, advocaat in Arnhem, hoger beroep ingesteld.
De minister heeft op verzoek van de Afdeling nadere schriftelijke inlichtingen gegeven.
Overwegingen
1.       De door appellant in zijn enige grief opgeworpen rechtsvraag over het interstatelijk vertrouwensbeginsel voor België, heeft de Afdeling beantwoord in haar uitspraak van 23 juli 2025, ECLI:NL:RVS:2025:3305, onder 5 tot en met 5.7. De overwegingen in die uitspraak zijn hier van overeenkomstige toepassing. Hieruit volgt dat de grief slaagt.
2.       Het hoger beroep is gegrond. De Afdeling vernietigt de uitspraak van de rechtbank. Het beroep is gegrond en de Afdeling vernietigt het besluit van 21 april 2023. De minister moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep gegrond;
II.       vernietigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 28 maart 2025 in zaak nr. NL23.12269;
III.      verklaart het beroep gegrond;
IV.      vernietigt het besluit van 21 april 2023, V-[...];
V.       veroordeelt de minister van Asiel en Migratie tot vergoeding van bij appellant in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 2.721,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr. M. Soffers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N.A. de Jong, griffier.
w.g. Soffers
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. De Jong
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 21 augustus 2025
981