ECLI:NL:RVS:2025:4085
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 27 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van verzoeker om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de minister van Asiel en Migratie op 24 april 2025 was afgewezen. Verzoeker heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 8 augustus 2025 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft verzoeker hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken van verzoeker in overweging genomen en besloten dat verzoeker niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 907,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak is gedaan in het openbaar en is vastgesteld door mr. M. Soffers, de voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. T. Toonen, de griffier.