ECLI:NL:RVS:2025:4166
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- B.P. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake uitstel van vertrek voor vreemdeling
Op 29 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker had een aanvraag ingediend bij de minister van Asiel en Migratie om uitstel van vertrek te verlenen op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Deze aanvraag werd op 6 augustus 2024 afgewezen. Verzoeker maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar de minister verklaarde dit bezwaar op 8 april 2025 ongegrond. Hierop volgde een beroep bij de rechtbank Den Haag, die op 1 augustus 2025 het beroep ongegrond verklaarde. Verzoeker ging in hoger beroep en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat zijn uitzetting op 1 september 2025 zou worden uitgesteld. De voorzieningenrechter besloot dat, omdat de noodzakelijke stukken voor de beoordeling van het hoger beroep nog niet waren ontvangen, de voorgenomen uitzetting voorlopig niet door kon gaan. De minister werd ook veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van verzoeker, die in totaal € 907,00 bedroegen, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 29 augustus 2025.