ECLI:NL:RVS:2025:4373
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd
Op 17 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, heeft op 27 augustus 2025 het beroep van appellant ongegrond verklaard. Appellant, vertegenwoordigd door mr. A.J. de Boer, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 17 september 2025 geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling oordeelt dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. Het hoger beroep betreft een rechtsvraag die eerder door de Afdeling is beantwoord, waardoor er geen reden is om in dit geval anders te oordelen. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.