ECLI:NL:RVS:2025:4459
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met verzoek om niet te worden uitgezet
Op 18 september 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, waaronder een minderjarig kind, een voorlopige voorziening vroegen. De verzoekers hadden eerder aanvragen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke op 18 juli 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid waren afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde op 21 augustus 2025 het beroep van verzoekers ongegrond. Hierop hebben verzoekers hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij niet zouden worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken van de verzoekers in overweging genomen en besloten dat zij niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 907,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. A. Kuijer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N. Capel LLM, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.