ECLI:NL:RVS:2025:4616
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 1 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker een voorlopige voorziening heeft gevraagd. Dit verzoek volgde op de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de minister van Asiel en Migratie op 7 juli 2025. De rechtbank had op 2 september 2025 het beroep van verzoeker tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna verzoeker in hoger beroep ging en tevens vroeg om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat verzoeker heeft verzocht om niet te worden uitgezet totdat er op het hoger beroep is beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. Gezien de omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten om de voorlopige voorziening te treffen, waarbij verzoeker niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 907,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is gedaan door mr. V.V. Essenburg, die als voorzieningenrechter optrad, en is in tegenwoordigheid van griffier L.W. Lagaaij vastgesteld. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 1 oktober 2025.