ECLI:NL:RVS:2025:907
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 6 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. E.W.B. van Twist, hadden verzocht om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar hun aanvragen werden op 8 september 2023 afgewezen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, verklaarde op 28 januari 2025 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond. Hierop hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De rechtbank had terecht en op goede gronden geoordeeld, en de voorzieningenrechter nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en de minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder asielaanvragen worden beoordeeld en de rol van de rechter in het waarborgen van rechtsbescherming voor vreemdelingen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 6 maart 2025.