ECLI:NL:RVS:2025:97
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening en hoger beroep inzake verblijfsrecht van vreemdeling
Op 15 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die geen verblijfsrecht meer heeft als gemeenschapsonderdaan in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 11 december 2023 besloten dat de vreemdeling Nederland binnen één maand moest verlaten. Dit besluit werd door de vreemdeling aangevochten, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard op 17 mei 2024. De rechtbank Den Haag bevestigde op 28 november 2024 deze beslissing, waarop de vreemdeling hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, omdat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De rechter verwees naar een eerdere uitspraak van de Afdeling van 4 augustus 2023, waarin een vergelijkbare rechtsvraag was behandeld. De voorzieningenrechter bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden.