ECLI:NL:CBB:2009:BJ8841
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- W.E. Doolaard
- E.J.M. Heijs
- M. Munsterman
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Minister van Landbouw inzake GLB-inkomenssteun 2006
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat betrekking heeft op de vaststelling van zijn toeslagrechten in het kader van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Het beroep is ingediend op 7 mei 2007, na een eerdere beslissing van de Minister op 29 maart 2007, die het bezwaar van appellant tegen een besluit van 27 oktober 2006 behandelde. De Minister had in dat besluit de aan appellant toekomende toeslagrechten vastgesteld, waartegen appellant bezwaar maakte.
De procedure omvatte meerdere correspondenties en zittingen, waarbij aanvullende informatie werd opgevraagd en verstrekt. De zitting vond plaats op 24 juni 2008, waarna het College van Beroep voor het bedrijfsleven de behandeling schorste om de Minister de gelegenheid te geven om aanvullende informatie te verstrekken. Uiteindelijk heeft het College op 15 september 2009 uitspraak gedaan.
Het College heeft vastgesteld dat appellant in de referentiejaren ook steun heeft ontvangen voor percelen die hij op basis van een mondelinge overeenkomst heeft bewerkt. De Minister had de toeslagrechten van appellant vastgesteld op 40,07, inclusief een verhoging uit de nationale reserve wegens investeringen in leveringsrechten aardappelzetmeel. Het College concludeerde dat de berekening van de Minister correct was en dat er geen sprake was van dubbeltelling van de percelen.
De beslissing van het College was dat het beroep ongegrond werd verklaard, zonder toekenning van proceskosten. Het College oordeelde dat de Minister op goede gronden de percelen had meegeteld in het bedrijfstoeslagareaal van appellant, en dat de gekozen berekeningswijze niet onterecht was.