ECLI:NL:CBB:2012:BV2871
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in aanbestedingsgeschil tussen KPN en Tele2
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 6 februari 2012 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van Koninklijke KPN N.V. en KPN B.V. (hierna: KPN) tegen de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: OPTA). KPN had beroep ingesteld tegen een besluit van OPTA, waarin werd vastgesteld dat KPN de non-discriminatieverplichting had overtreden in het kader van de aanbesteding van vaste telefoniediensten onder de naam OT2010. OPTA had KPN een last onder dwangsom opgelegd, waarbij KPN haar bieding moest intrekken. KPN verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat zij meende dat de last onevenredig nadelige gevolgen voor haar zou hebben.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Hij oordeelde dat KPN een spoedeisend belang had, maar dat de last onder dwangsom door OPTA rechtmatig was opgelegd. De voorzieningenrechter benadrukte dat de niet-gelijktijdige bekendmaking van een kortingsactie door KPN aan haar afnemers, waaronder Tele2, een overtreding van de non-discriminatieverplichting vormde. Dit had geleid tot een ongelijke positie voor Tele2 bij het indienen van haar bieding. De voorzieningenrechter concludeerde dat de gevolgen van de overtreding niet ongedaan konden worden gemaakt en dat de last onder dwangsom noodzakelijk was om de mededinging op de markt te waarborgen.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de aanbestedingsprocedure en de concurrentiepositie van KPN. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van KPN niet zwaarder wogen dan de noodzaak om de overtreding van de non-discriminatieverplichting te sanctioneren. Hierdoor eindigde KPN's deelname aan de aanbestedingsprocedure, en werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.