Uitspraak
,(hierna: Kindergarden).
1.Het procesverloop in hoger beroep
's-Gravenhage (hierna: rechtbank) van 8 december 2010 (AWB 09/8946 en 09/8952). Deze uitspraak is aangehecht.
2.De grondslag van het geschil
3.De uitspraak van de rechtbank
4.De standpunten van partijen in hoger beroep
Subsidiair betogen burgemeester en wethouders dat de rechtbank zich ten onrechte een oordeel heeft gevormd over de vraag of sprake was van een eenmalige en voortdurende overtreding. De rechtbank geeft daarnaast blijk van een onjuiste rechtsopvatting door te overwegen dat sprake is van een eenmalige en voortdurende overtreding.
Meer subsidiair betogen burgemeester en wethouders dat de rechtbank op grond van artikel 8:72a van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) zelf had dienen te bepalen wat de hoogte van de boete naar haar oordeel had moeten zijn.
5.De beoordeling van het geschil in hoger beroep
€ 1500,- (3 x € 500,-) op zijn plaats is. Uit het voorgaande volgt dat aan dat besluit hetzelfde gebrek kleeft als aan het besluit van 9 november 2009. Het tegen het besluit van 22 november 2010 aanwezig geachte beroep van Kindergarden is gegrond. Het besluit van 22 november 2010 dient te worden vernietigd.
6.De beslissing
12 september 2013.