ECLI:NL:CBB:2014:73
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.R. Winter
- B. Verwayen
- T.P.J.N. van Rijn
- Rechtspraak.nl
Correctie van S&O-verklaringen voor speur- en ontwikkelingswerk door de minister van Economische Zaken
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 21 februari 2014, staat de correctie van S&O-verklaringen centraal. Appellante, Zand- en Grintexploitatiemaatschappij Orisant B.V., had S&O-verklaringen aangevraagd voor de jaren 2009, 2010, 2011 en 2012 in verband met de ontwikkeling van een nieuwe generatie sleephopperzuiger. De minister van Economische Zaken, verweerder, heeft echter de S&O-uren gecorrigeerd tot 10% van het gerealiseerde aantal uren, omdat de administratie van appellante niet voldeed aan de eisen van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (Wva).
De procedure begon met een besluit van 2 mei 2012, waarin verweerder de S&O-verklaring voor 2009 tot nihil corrigeerde. Na bezwaar van appellante werd dit besluit herroepen en een aanvullende verklaring afgegeven voor 194 uur. Dit proces herhaalde zich voor de jaren 2010 en 2011, waarbij telkens de S&O-uren werden gecorrigeerd. Appellante stelde dat de correcties onterecht waren en dat zij wel degelijk S&O-werkzaamheden had verricht, maar het College oordeelde dat de administratie niet duidelijk maakte welke werkzaamheden door appellante zelf waren uitgevoerd.
Het College concludeerde dat verweerder terecht had vastgesteld dat de administratie niet voldeed aan de wettelijke eisen en dat de correctie van de S&O-verklaringen gerechtvaardigd was. De beroepen van appellante werden ongegrond verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke en transparante administratie voor S&O-werkzaamheden en de beoordelingsruimte die verweerder heeft bij het vaststellen van de omvang van S&O-werk.