Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de meervoudige kamer van 11 maart 2014 in de zaak tussen
[naam 1] en [naam 2], te [plaats], appellanten
de Staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
28 september 2012, waarbij aan appellanten een last onder bestuursdwang is opgelegd wegens overtreding van artikel 36, eerste en derde lid, en artikel 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, gedeeltelijk gegrond verklaard.
Overwegingen
Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:
(…)
3. Een binnen- of buitenverblijf voldoet aan de volgende eisen:
a. de vloer, de wanden, de hekken of afrasteringen zijn vervaardigd van zodanige
materialen dat de honden of katten zich er niet aan kunnen verwonden en zich er niet
door kunnen vergiftigen.
(…)
4. Een binnenverblijf voldoet aan de volgende eisen:
(…)
b. het kan op afdoende wijze worden geventileerd.
(…)
3. Iedere hond heeft in een binnen- of buitenverblijf de beschikking over een schone en droge ligplaats die vanuit de bodem van het verblijf optrekkende kou isoleert.
1. Een inrichting wordt dagelijks gereinigd en regelmatig deugdelijk ontsmet.
(…)”
[naam 4], toezichthoudend dierenarts bij de NVWA (dierenarts), gebreken in de zorg voor de honden en tekortkomingen van de hondenverblijven vastgesteld. Veel honden zaten onder de klitten en hadden tumoren en zwellingen en ook achterstallig onderhoud aan het gebit. Verder waren de hondenverblijven vervuild en vochtig.
Beslissing
mr. N.A. Schimmel, in aanwezigheid van mr. E. van Kerkhoven, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2014.