ECLI:NL:CBB:2015:73
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- M. Munsterman
- J. Schukking
- T.P.J.N. van Rijn
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit vakheffing bloembollen en heffingsplicht bij buitenlandse transacties
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 11 maart 2015, wordt het beroep van appellanten, een B.V. en anderen, tegen een besluit van de minister van Economische Zaken behandeld. Het besluit, dat betrekking heeft op de vakheffing bloembollen over het jaar 2009, werd eerder ongegrond verklaard. Appellanten hebben in beroep aangevoerd dat de heffingsplicht niet bij hen ligt, maar bij de koper, en dat de heffing door de verkoper aan de koper niet rechtsgeldig is. Het College heeft vastgesteld dat de heffingsplicht zowel bij de koper als de verkoper ligt, zoals neergelegd in de Verordening PT vakheffing bloembollen. De uitspraak bouwt voort op een eerdere tussenuitspraak van 4 juli 2013, waarin het College oordeelde dat de procedurele gebreken in de eerdere besluitvorming hersteld moesten worden. Het College heeft de minister opgedragen om binnen acht weken na het leveren van bewijs door appellanten, een nieuw besluit te nemen. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van appellanten, die zijn vastgesteld op € 1715,-. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de verkoper om aan te tonen dat de transactie met een buitenlandse koper heeft plaatsgevonden, en dat de heffingsplicht in dat geval niet van toepassing is. De beslissing op bezwaar van 4 oktober 2013 is vernietigd, en het College heeft de minister opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.