Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 4 augustus 2016 in de zaak tussen
[naam] , te [plaats] , appellant,
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
30 december 2013. In beroep heeft appellant deze akte overgelegd. Volgens deze akte is met ingang van 15 januari 2013 de maatschap ontbonden en het bedrijf op appellant overgedragen. Appellant beheerde ten tijde van de aanvraag daarom minder dan drie jaar voor het eerst en voor eigen rekening en risico een landbouwbedrijf en voldeed daarmee aan artikel 2:1 van de Regeling. Verweerder had naar aanleiding van de aanvraag nader onderzoek moeten doen.
1 In aanvulling op artikel 2:37, eerste lid (http://wetten.overheid.nl/BWBR0021281/2013-10-01/1), kan de Minister voor andere investeringen dan de investeringen, bedoeld in bijlage 2 (http://wetten.overheid.nl/BWBR0021281/2013-10-01/1) bij deze regeling subsidie als bedoeld in dat artikel verstrekken aan een persoon die op het tijdstip van ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening een jonge landbouwer is en aan ten minste één van de volgende voorwaarden voldoet: