In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 juli 2017 uitspraak gedaan in het geschil tussen Utility Support Group B.V. (USG) en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) over de aansluit- en transporttarieven die TenneT TSO B.V. in rekening heeft gebracht voor de periode van 1 januari 2008 tot 1 januari 2014. USG had een klacht ingediend bij ACM, die deze klacht ongegrond verklaarde. USG heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 1 juni 2017 hebben de partijen hun standpunten toegelicht. USG stelde dat TenneT ten onrechte tarieven in rekening had gebracht, terwijl ACM van mening was dat TenneT niet in strijd met de Elektriciteitswet had gehandeld. Het College heeft vastgesteld dat de situatie van de aansluitingen van USG op het net van TenneT vergelijkbaar is met eerdere uitspraken, waarbij ook de toegang tot het netwerk van Enexis aan de orde was.
Het College concludeert dat ACM terecht de klacht van USG ongegrond heeft verklaard. De gronden die USG naar voren heeft gebracht, zijn in wezen dezelfde als in een eerdere uitspraak van 1 december 2016, waarin ook al werd geoordeeld dat de nationale bepalingen in overeenstemming zijn met de Europese regelgeving. Het College heeft geen rechtstreekse werking van de richtlijnbepalingen aangenomen en heeft geoordeeld dat de situatie van USG niet in strijd is met het discriminatieverbod.
De uitspraak eindigt met de beslissing dat het beroep van USG ongegrond is verklaard en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.