Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 september 2017 in de zaak tussen
[naam] , te [plaats] , appellant
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Indien aan deze maatregel niet wordt voldaan, verbeurt appellant per controle € 250,00 tot een maximumbedrag van € 750,00. De last onder dwangsom is gedurende twee jaar van toepassing.
a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en
b. de verplichting tot betaling van een geldsom indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
1. Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen.
(…)
artikel 2.2, achtste lid, van de Wet dieren, in samenhang bezien met artikel 1.7, onder f, van het Besluit houders van dieren. Het College beantwoordt deze vraag ontkennend en overweegt daartoe als volgt.
Appellant stelt hiertegenover dat drinkwater voor de hond aanwezig was, maar heeft dit niet onderbouwd met bewijsstukken. In hetgeen appellant heeft aangevoerd ziet het College dan ook geen aanknopingspunt om te twijfelen aan de juistheid van voornoemde bevinding.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168, - aan appellant te vergoeden;
€ 1.485, -.