In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 6 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over een bestuurlijke boete die was opgelegd aan een vennootschap onder firma wegens het verkeerd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij de teelt van pioenrozen. De staatssecretaris van Economische Zaken had op 27 maart 2015 een boete van € 1.125,- opgelegd, die was gebaseerd op het gebruik van de middelen Dual Gold 960 EC en Sumicidin Super. De rechtbank Rotterdam had deze boete vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. Appellante stelde dat de boete niet evenredig was en dat haar bezwaar haar in een slechtere positie had gebracht.
Tijdens de zitting op 25 augustus 2017 werd duidelijk dat de staatssecretaris de boete had gehandhaafd ondanks dat het gebruik van Dual Gold niet langer aan appellante werd aangerekend. Het College oordeelde dat het verkeerd aanwenden van de middelen niet als één overtreding kon worden gekwalificeerd, maar als twee afzonderlijke overtredingen, wat de hoogte van de boete beïnvloedde. Het College concludeerde dat de boete van € 1.125,- niet evenredig was en verlaagde deze tot € 500,-, rekening houdend met de omstandigheden waaronder de overtredingen hadden plaatsgevonden en de medewerking van appellante aan het onderzoek.
De uitspraak van het College vernietigde de eerdere beslissing van de staatssecretaris voor zover deze de boete handhaafde en verklaarde het beroep gegrond. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van appellante, vastgesteld op € 990,-. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 6 oktober 2017.