Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 april 2019 in de zaak tussen
[naam 1] V.O.F., te [plaats] , appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
17 oktober 2018 (ECLI:NL:CBB:2018:523) in het verweerschrift erkend dat één door appellante op 2 juli 2015 afgevoerde melkkoe ten onrechte niet in de berekening van het aantal fosfaatrechten is betrokken. Volgens verweerder had het aantal fosfaatrechten moeten worden vastgesteld op basis van 176 melk- en kalfkoeien (categorie 100), 71 kalveren (categorie 101) en 72 pinken (categorie 102), wat tot een hoger aantal fosfaatrechten dient te leiden dan verweerder heeft vastgesteld. Het aantal stuks melkvee op 2 juli 2015 is thans niet meer in geschil.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 338,- aan appellante te vergoeden;